Exploitatiebegroting
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft onder meer voor dat het begrotingsstelsel van baten en lasten van toepassing is voor de gemeentebegroting en dat de begroting structureel en reëel in evenwicht moet zijn. Dit houdt in, dat de jaarlijks terugkerende lasten ook gedekt moeten worden door jaarlijks terugkerende baten.
Beleidsbegroting
Ten opzichte van de begroting 2017 is de indeling van de programma’s niet gewijzigd.
Paragrafen
Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan, worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor meer inzicht wordt verkregen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting.
Uitgangspunten BBV
Belangrijke uitgangspunten in het BBV voor het opstellen van begroting en rekening zijn, dat:
- baten en lasten op dezelfde wijze worden gerangschikt;
- baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben;
- dat activa worden gewaardeerd en afgeschreven conform door uw raad vastgestelde richtlijnen. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet.
Verordening Financieel Beheer
In de Verordening financieel Beheer Bloemendaal zijn de volgende waarderingsgrondslagen opgenomen:
- Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald activum en het saldo van agio en disagio worden ineens afgeschreven, tenzij de raad overeenkomstig het bepaalde in artikel 60 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) hiervan afwijkt;
- Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht;
- De materiële vaste activa met economisch nut worden op basis van de economische levensduur lineair afgeschreven conform onderstaande termijnen:
Gronden en terreinen | Termijn | ||||
Grond | Niet | ||||
Woonruimten | |||||
Woonwagens | 25 jaar | ||||
Nieuwbouw | 40 jaar | ||||
Renovaties, verbouwingen en uitbreiding | 25 jaar | ||||
Bedrijfsgebouwen | |||||
Nieuwbouw | 40 jaar | ||||
Renovaties, verbouwingen en uitbreiding | 25 jaar | ||||
Nieuwbouw semi-permanente gebouwen | 15 jaar | ||||
Noodlokalen | 5 jaar | ||||
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | |||||
Vanuit het vGRP (verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan): | |||||
Hoofd- en minigemalen en drainagepompen bouwkundig | 20 jaar | ||||
Hoofd- en minigemalen en drainagepompen mechanisch elektrisch | 7 jaar | ||||
Pompen diepdrainage | 5 jaar | ||||
Minizuiveringssysteem | 10 jaar | ||||
Bron diepdrainage | 15 jaar | ||||
Drainage | 15 jaar | ||||
Persleidingen (riolering, drainage en afwatering) | 20 jaar | ||||
Drukriolering | 20 jaar | ||||
Infiltratieriool | 30 jaar | ||||
Riolering, randvoorzieningen (bergbezinkbassin), duikers en drainage-afvoerleidingen | 35 jaar | ||||
Aanleg begraafplaatsen | 40 jaar | ||||
Sportvelden: | |||||
kunstgras: |
| 10 jaar 20 jaar 35 jaar | |||
natuurgras: |
| 10 jaar | |||
Vervoermiddelen | |||||
Auto’s en zwaar materieel | 8 jaar | ||||
Machines, apparaten en installaties | |||||
Parkeermeters | 8 jaar | ||||
Gereedschap en hulpmiddelen | 10 jaar | ||||
Voorzieningen / technische installaties gebouwen | 15 jaar | ||||
Overige materiële vaste activa | |||||
Automatiseringsprojecten (hard- en software) | 3 jaar | ||||
Meubilair, inventaris en kantoorapparatuur | 10 jaar | ||||
Mobiele apparatuur (telefoon etc.) | 3 jaar | ||||
4. | Investeringen met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven conform onderstaande termijnen: | ||||
Verkeersregelinstallaties | 15 jaar | ||||
Aanleg en onderhoud van wegen, fiets- en voetpaden | 25 jaar | ||||
Openbare verlichting: |
| 45 jaar | |||
Civiele kunstwerken (bruggen): |
| 25 jaar | |||
Beschoeiingen | 30 jaar | ||||
5. | De start van de afschrijving van een activum begint in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin het actief gereed komt dan wel verworven wordt; | ||||
6. | In afwijking van het bepaalde in lid 3 worden activa anders dan gronden en terreinen met een afzonderlijke verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 niet geactiveerd; | ||||
7. | De in lid 3 opgenomen afschrijvingstermijnen zijn niet van toepassing op reeds gerealiseerde / geactiveerde investeringen van vóór 1 januari 2004; | ||||
8. | Componentenbenadering | ||||
9. | Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) |
Materiële vaste activa
Investeringen met een economisch nut
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op desbetreffende investeringen in mindering gebracht.
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden gegeven
Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijke afval of andere alsook voor rechten die op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans genomen in een aparte categorie: de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden gegeven.
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2017 worden gedaan.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs worden de voorraden tegen deze lagere marktwaarde gewaardeerd. Per 1 januari 2017 zijn de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) verantwoord als materiële vaste activa.
Belegde middelen
De gemeente heeft geen middelen uitstaan.
Vlottende activa
- De vorderingen en de liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
- De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.
Reserves
In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd.
Voorzieningen
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde/het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd langer dan een jaar
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.